Gedachtenis Frans Van Keymeulen
Beste Frans,
Alice, Peter, Elfride,
beste familieleden van Frans,
beste vrienden, bekenden, buren van Frans,
beste aanwezigen,
De dood, hij komt als een dief in de nacht. We kennen allemaal dat gezegde en toch slagen we erin om het steeds te vergeten. Om er niet aan te denken. Het zal wel te maken hebben met onze overlevingsdrang, met het feit dat een mens niet continu in angst of verdriet kan leven, op zoek gaat naar goede momenten. Een oplossing zoekt. Zo ook nu. Nu plots en totaal onverwachts die dief, de dood is gekomen. Frans heeft meegenomen. Een schok die we ons nog niet realiseren. Liefde is een werkwoord zegt men. Verdriet ook.
Nu we hier allen samen zijn gaan we werken. Gaan we de liefde en genegenheid voor Frans en ons verdriet samen leggen en zo een stukje genezen van de wonde die ons is toegebracht. Je man, vrouw, moeder, vader of gelijk welke geliefde verliezen slaat altijd wonden, wonden die levenslang littekens achterlaten. En daarom gaan we op zoek naar genezing. Kijken we om naar het verleden om zo in de toekomst te kunnen leven, overleven. Zoeken we mooie herinneringen, genieten van die mooie herinneringen.
En wat herinneren we ons van Frans?
Eerst en vooral zijn zachte vriendelijkheid. Kijk maar eens goed naar zijn foto op het doodsprentje. Het is een zachte blije lachende Frans, een stukje humorist.
Hij was ook een harde werker. Is natuurlijk al jaren geleden. Als je bijna 90 bent zijn de werkjaren lang voorbij. Ik zou niet graag uitrekenen, niet kunnen uitrekenen hoeveel vierkante meters vloeren hij ooit heeft gelegd.
Hij was wat men noemt een “vloerder”. Mooie vloeren, gelegd met vakmanschap en passie.
Hij was ook een duivenmelker. Een rasechte duivenmelker. Zijn duiven zijn passie, zijn hobby, zijn lang leven.
En om in de wereld van de duivenmelkers te blijven: hij had 1 favoriete duif, 1 lievelingsduif en jullie kunnen alvast raden wie: zijn Alice. Alice, met wie hij zovele jaren samen gelukkig mocht zijn. Morgen zouden ze hun 64 ste huwelijksverjaardag vieren. Het heeft helaas niet mogen zijn.
En of hij voor haar zorgde. Ook in het rusthuis, steeds maar zorgen voor haar, in de weer voor haar, samen met zoon Peter en schoondochter Elfride.
Och, niks aan te veranderen. Dus laat ons nu afscheid nemen, afscheid nemen van Frans, en voortdoen zoals hij deed: vooruit, ernstig maar ook blij en optimistisch zoals hij steeds was.
De kerkdeuren gaan openzwaaien, de weg is vrij, de buitenlucht wenkt, de laatste vlucht kan beginnen.
Frans, we gaan nog even met u mee, je bent niet alleen. Goeie vlucht, goeie reis. Behouden thuiskomst. Tot weerziens!
Nera Redant
Denderhoutem, 22 april 2024
- Details
Opening Jaarmarkt kermis Atom, 13 april 2024
Goeie namiddag,
Atommneiren, niet-Atommeneiren, toeschouwers, iedereen,
en of het een goeie namiddag is!
Ik ben zo blij en ik heb één wens : dat jullie ALLEMAAL, van klein tot groot, van jong tot oud, dat iedereen even blij is als ik.
Waarom zouden we niet blij zijn, we kunnen eigenlijk niet anders dan blij zijn, want zie:
de zon schijnt
het is goe weer
mooi mooi weer
het is kermis
en het is jaarmarkt
er is volk, véél volk
en dat allemaal hier in ons eigen dorp hier in ATOM!
Och, hoor ik misschien iemand zeggen:
het is zo dikwijls goe weer,
die zon die schijnt ook regelmatig,
en ja kermis, jaarmarkt is tegenwoordig ook niet meer zo speciaal, zo uniek.
Klopt, ja het is juist, het is al jaren zo dat eens Pasen voorbij, 14 dagen na Pasen, 2 weken na Pasen, wél dan is het kermis Atom.
Was zoal van in mijnen kindertijd, dus al jaren geleden, 70 jaar geleden al.
Maar juist dat maakt me zo blij.
Ik wil weer voelen, zijn als een kind, blij als een kind dat naar de kermis mag, zo blij ben ik.
Ook al zit ikzelf niet meer op die kermismolen - zou géén zicht zijn, ik zie mijn kleinkinderen het doen en zoveel andere kinderen, dat maakt me blij.
Ik zie dat ook nu, nu nog altijd, de jeugd weer in de rups zitten, de eerste kriebels voelen als het doek toegaat.
En er zijn de eendjes om te vissen om prijzen te winnen, er zijn nog altijd smoutebollen en van de grote lekstokken, die grote roze spinnen. Alles is er nog.
Dus lieve meesjken van Atom, laat ons nu snel die kermis openen, laat ons naar de kramen gaan, de molens, laat ons gaan wandelen, de plesj op en af, laat ons naar de marktkramen gaan, om de koop van ons leven te doen, wat het ook moge wezen.
Het is kermis, het is feest.
Leve de kermis ! Leve de jaarmarkt!
Zeg dat de Turfboerin het gezegd heeft.
Opening jaarmarkt kermis, 13 april 2024
- Details
Dankwoord bij aanstelling Turfboerin 2024*
Beste Koninklijke Feestraad, mw de burgemeester, schepenen, raadsleden, hooggeplaatste heren en dames, familieleden, vrienden, dorpsgenoten, Atommeneiren, kortom iedereen,
hier sta ik dan, een Atomse boerendochter, een échte zoals iemand me noemde op FB.
Ben inderdaad écht van Atom en inderdaad mijn vader was een boer, een échte boer en ik dus zijn échte boeredochter, staande zoals een boerendochter past, de voeten op de grond, stevig en vast, niet met van die hoge fijne naaldhakken maar stevige botten die tegen een stootje kunnen, bestand tegen weer en wind. En die boerendochter die wordt nu Turfboerin. Ik ben nog altijd “verskoesjd” zoals men in het Atoms zegt, kan het nog niet écht geloven. Dank aan allen die dit hebben bekokstoofd. Dank, dank.
Ben fier, zo fier als een pauw en daarom heb ik pauwenveren op mijn hoofd. Zo maar niet wat veren, ook échte, zelf gekweekt, alléé door mijn broer gekweekt. Een traditie, want mijn vader had ook pauwen en ook op de boerderij van mijn grootouders in den Borrekent waren er altijd al pauwen. Het zijn speciale veren, witte veren van witte pauwen. Witte pauwen zijn zeldzaam. Om het toch wat herkenbaar te houden heb ik er toch enkele gekleurde bijgezet.
Turfboerin, is wel een speciale soort boerin, eentje die omgaat met turf. “Moeder moet er nog turf zijn”? Ja mijn kind, haal nog wat turf want het is koud in huis, de wind waait door de bomen, door de kieren van het raam.
Steenkool dat hebben wij niet, is ook veel te duur. Steenkool komt van ver van hier bv. uit Wallonië of uit Parijs. Weet uw grootvader uit Ninove, in de eerste wereldoorlog, reed hij er om met paard en kar ver naar Parijs en daarom noemden de mensen hem ook “boer Parijs”.
En de mazout en de olie die zijn bijna allemaal opgebruikt. En ja die zijn ook, wat men nu noemt slecht voor het milieu. En die windturbines die hierachter staan, wel die geven te weinig elektriciteit en ook die zonnepanelen daar op ons dak daarmee komen wij ook niet toe… Dus mijn kind, ga nog maar wat turf halen in onze kelder. Pas op dat je niet valt met die zware emmer vol turf. En morgen zullen wij naar de Stichelen gaan en den Dries en naar Koekelberg, de Vondelen en naar Swittens om nog wat verder turf uit te steken zodat we warm hebben. Het is hard werken mijn kind, ik weet het, maar ja het leven in een boerendorp is altijd hard werken. Er is altijd werk aan de winkel, de straten moeten gemaakt, de kelders leeggepompt, het brood gebakken, de patatten uitgedaan, zaaien, ploegen...
Want zie, de boer hij ploegt nog altijd voort. Al is het nu van “Red onze boeren”. Onze boeren die zorgen dat wij kunnen eten. Eten dat we niet moeten gaan kopen ver van hier in andere vreemde verre landen of dat gebracht met grote boten vanuit, ja God weet waar: Rusland, China, Amerika, Oekraïne.
Maar mijn beste kind, nu zijn wij eventjes rijk. Heel rijk, we hebben goud en wierook en mirre, hebben een gouden kroon op ons hoofd. Nu is het feest. Nu gaan we naar warme huizen vol spijs en drank. Huizen die open zijn voor ons. Nu mogen we mogen zingen, dansen, plezier maken. We worden met open armen ontvangen. Nu zijn de herbergen open voor ons. Niet zoals toen voor Jozef en Maria. Geen enkele deur blijft dicht. Wij zullen niet moeten slapen in een kribbe in een stal zoals het kindje Jezus. De os en de ezel zullen ons niet moeten warm want overal brandt de chauffage, de stoof, de open haard, de pelletkachel. De sterren zullen ons de weg wijzen. De straten zijn verlicht met ledlampen groot en klein. Er zal vuurwerk zijn, véél vuurwerk hoog en kleurrijk.
Nu is het feest, nu vieren wij Driekoningen, verkleden wij ons als Driekoningen. Nu is het feest, Driekoningenfeest in Atom, een ganse dag en een ganse nacht lang. We gaan nog niet naar huis, niks van!!!
Guus kom naar huus
want de koeien staan op spring'n
De varkes mutt'n vret'n
en 't hooi moet van 't land
Guus kom naar huus want daar 'beuren rare ding'n.
Natuurlijk gebeuren er rare dingen. Atom viert Driekoningenfeest. Kom mensen, kom allemaal: we zijn weg!!!
Alleluja hallo !!! Alleluja hallo!!!
*Denderhoutem, zaal Hand in Hand
Aanstelling Turfboerin 2024
Nera Redant
- Details
Beste Priester Daens,
Hier staan we dan, 116 jaar na je overlijden, niet zo maar, maar met bloemen en kransen om jou te eren. Zo héél anders dan 116 jaar geleden, onbeschrijfelijk anders, onvoorstelbaar anders. Ik zou bijna zeggen: is normaal, onvermijdbaar eigenlijk.
De wereld, hij draait verder al miljarden jaren. En de mensheid, wie zal het zeggen die mensheid, onze menselijke soort om het oneerbiedig te zeggen of toch niet, die draait al 30, 60... 100.000 jaar mee. Wat wij mensen ons bij een dergelijke tijdspanne kunnen voorstellen is een onmogelijke opdracht, maar sta me toe om toch even de vergelijking te maken tussen uwen tijd en onze tijd.
Een verschil van zo’n 120 jaar dus. De tijd van onze grootouders, overgrootouders, de tijd van 4-5 generaties terug. België in zijn beginjaren, de tijd nog van voor de eerste wereldoorlog, het begin van de chemische oorlogsvoering.
De eerste industrialisatie was al een stuk voorbij, maar de industrie, de nijverheid, de techniek, de mechanisatie, de wetenschappelijke kennis: zij stegen pijlsnel, veranderend de voorheen zo rustige langzame agrarische landelijke samenleving. Na de tweede wereldoorlog begon de heropbouw, begon de welvaartsstaat voorgoed vorm te krijgen. De welvaart, de materiële vooruitgang nam spectaculair toe, de sociale zekerheid met pensioen, kindergeld, ziekte- en werkloosheidsverzekering ontplooide zich.
Schone liedjes, ze duren niet lang en andere problemen, moeilijkheden doken op. We horen het dagelijks: de globalisatie met zijn wereldwijde markteconomie, de wereld die bijna één geheel is, alles heeft invloed op alles. Een continu verbonden wereld, het www, het world wide web, internet, Facebook. Het virtuele, computer, laptop, gsm, artificiële intelligentie, de alsmaar stijgende digitalisering van alle aspecten van onze samenleving.
Beste Priester Daens zou jij het ooit durven dromen hebben dat het mogelijk zou zijn om zo maar met een klein toestelletje in je hand iemand aan de andere kant van de wereld altijd en overal, wanneer je maar wilt, te kunnen horen, zien? De lange verre afstanden die kort werden. Geen geheimen meer op deze wereld, we weten, als we willen, alles van iedereen tot in het kleinste en verste hoekje. En dan de “nieuwe“ woorden: migratie, de enorme overmatige overheidsschuld, de olie- en bankencrisis, de klimaatwijziging, de opwarming van de aarde, plastiek vervuiling, groene energie, atoomenergie, de blijvende spectaculaire aangroei van de wereldbevolking tot 8 miljard nu, de nood aan nieuwe grondstoffen, de elektrificatie van de auto’s. Och auto’s in uwe tijd….
Maar ook de denkbeelden inzake het niet-materiële, de levensovertuigingen zo sterk gewijzigd. De ontzuiling, de ontkerkelijking, nieuwe andere godsdiensten die door migratie massaal worden binnen gebracht, het ontstaan en realiseren van een verenigd Europa, de grote wereld machtsblokken zoals China, de vroegere, ja moeten nu al zeggen, de vroegere USSR, de tegenstelling tussen een communistische visie of een kapitalistische visie op economie en samenleving, de emancipatie van de vrouw, studerend, werkend buitenshuis, het dalend kwaliteitsonderwijs, het gebrek aan verzorgenden, verpleegkundigen, onderwijzend personeel, de lage werkzaamheidsgraad en geringe deelname aan het arbeidscircuit, de problematiek van de belastingen, of moet ik zeggen te hoge, te oneerlijke, te onrechtvaardige belastingen, het soms zinloze en agressieve geweld in onze samenleving, de zogenaamde “jongeren” . Voeg daarbij nog het recente nieuwe opdringerige Woke-gedachtengoed.
En dan op puur politiek vlak, het slechte of niet goede overheidsbestuur, het non-bestuur, het democratisch deficit, bij verkiezingen de ongelijkwaardigheid van elke stem. Wat met wat men noemt “populisme, extremisme, polarisatie, cordon sanitaire, nationalisme, confederalisme, regionalisme, onafhankelijkheid…” ??
Oei, beste Priester Daens, ik begin zelf te schrikken van mijn lange waslijst aan problemen en gebreken op deze zonnige veertiende junidag van het jaar 2023. En toch bij nader inzien, ondanks het feit dat de gemiddelde gewone man/vrouw, toch hier op deze kleine plek, nog nooit in de mensengeschiedenis zoveel gezondheidszorg, technologisch comfort, materiële dingen, onderwijs, vrije tijd, cultuur, kunst, ontspanning, sport, spel... ter zijner beschikking heeft gehad, toch is er in essentie weinig of niks nieuws onder die zon. De essentie dwz een waardig leven, een aangenaam menselijk leven voor alle mensen, wie ze ook zijn, waar ook ter wereld, is nog steeds een utopie. De waardigheid, méér nog de evenwaardigheid van de gewone man/vrouw, is nog steeds niet bereikt. Want nog steeds het grote verschil tussen zij die veel hebben en zij die weinig of niks hebben, zelfs niet de basisbehoeften, ook hier in het nu ondertussen relatief rijk geworden Vlaanderen.
Armoede, je hoort er dagelijks over in onze media. Armoe nog altijd troef, zij het nu meer verborgen, anders. Wat met de zieken, de minder-validen, de hulpbehoevende ouderen, de mensen die willen maar niet kunnen werken? Hoeveel beloning voor je inspanningen, in welke mate mag en kan je de vruchten plukken van uw arbeid? Zijn het nog altijd zotten die werken? Rijdt dat crèmekarretje waarbij er mensen zijn die niet anders moeten doen dan het voortduwen en mensen die gewoon altijd maar ijsjes eten, rijdt dat crémekarretje nog altijd rond? Wat is een eerlijke correcte rechtvaardige beloning, verloning? Leven op de kosten van iemand anders, leven op kosten van de samenleving? Het woordje “profiteren”, wat doe je daar mee?
Jouw strijd om het vervullen van de minimale basisbehoeften, fysisch, psychisch, sociaal en dit zowel op materieel vlak, gezondheidsvlak, als op ideologisch vlak is nog steeds actueel. De vrijheid van denken en meningsuiting, van inspraak in het besturen en organiseren van je eigen samenleving, het behoud van je culturele eigenheid waarden en normen, het behoud van onze moedertaal, de Vlaamsche tale zo wonderzoet, het ontwikkelen van elk talent van wie ook, is nog steeds verder te verwerven, verder te realiseren. “Kansen geven aan elkeen, niet discrimineren, integreren, inclusie” noemt dit nu. Doen aan democratie, aan politiek, maar dan in de positieve goede betekenis van deze beladen begrippen dwz ten bate van de gehele samenleving, van elke groep, van elk lid van de (plaatselijke én globale) gemeenschap, minderheid of meerderheid.
Maar hier, beste priester Daens, hier aan dit standbeeld jou en jouw strijd ter ere, wil ik niet pessimistisch eindigen. Er is nog zoveel hoop, geloof, liefde aanwezig. Want zonder dat gaat het zeker niet.
Als je niet meer gelooft
is er nog de hoop
als je niet meer hoopt
is er nog de liefde
als je niet meer liefhebt
rest enkel rouw.
Zovelen, moeder, vaders, jongeren, ouderen, die dag in dag uit hun best doen, de wereld draaiende houden, zich inzetten, de kar vooruit trekken, gewoon doen wat men vroeger noemde “hun plicht doen”, stil, zwijgzaam, belangeloos en zeker zonder corruptie. Zovele vrijwilligers, mantelzorgers, goede zielen. Zij, samen met alle mensen van goede wil, zij blijven zich inzetten om jouw kerngedachte te realiseren:
“Niemand mag slaaf noch bedelaar zijn, elkeen moet zijn vrij en welvarend”
Aalst, Werfplein, 14 juni 2023
Kransneerlegging aan het Daensmonument
- Details
Dierbare Miel,
beste Rita, Nancy, Nadia, Nathalie, familieleden van Miel,
beste buren, vrienden, bekenden, ex-collega’s van Miel
beste dorpsgenoten Atomenaren, geboren en getogen van oudsher of spiksplinter nieuw,
beste aanwezigen,
Bijna 50 jaar geleden, waar is de tijd, zakten Albrecht en ik af naar den Anderenbroek. Je kent dat huisje, tuintje, grond zoeken, huisje bouwen. Nieuwe omgeving, nieuwe buren. Allemaal om te vriendelijker, maar één, ja en ik overdrijf niet, het is niet omdat over de doden niks dan goed, maar het was en is écht waar: de allerliefste vriendelijkste, meest aangename van allemaal, het was Miel.
En Miel hij werd de allerbeste kameraad van Albrecht: twee handen op één buik. Och Miel, ook jij net als Albrecht, véél véél te vroeg gestorven. Maar wij troosten ons zelf, want ik durf wedden dat jullie beiden ergens, God weet waar, nu samen stilletjes, stiekem zitten mee te luisteren, te kijken naar ons allemaal…
Wat me vooral van die allereerste ontmoetingen ook is bijgebleven, is dat Miel regelmatig zijn gehele oprit, voetpad incluis, aan het opvegen was tot alles perfect, pico bello in orde was. Het typeerde Miel: de noeste werker, de actieve bij.
Zijn hoofdberoep: lasser bij Bogaert, Hebo-tanken. Niet zo maar lasser maar de allerbeste van de gehele stal. Wedden dat iedereen van heinde en verre vond dat hij de beste lasser was die ze daar ooit hebben gehad? Jarenlang met zijn fiets er naar toe. Was heel dichtbij. Ik herinner me nog dat hij me plaagde omdat hij op 4-5 minuten op zijn werk was en ik bijna 2 uur, enkele rit dan nog wel nodig had om tot op mijn werkplek te geraken.
Maar naast Bogaert deed hij nog veel meer, vlijtige handige Harry zoals hij was. In zijn vrije tijd, nu vrije tijd was hij ook metser, bouwvakker. Hard labeur, maar hij deed het met inzicht, overtuiging, goesting.
En ook de boerenstiel was hem niet vreemd. Bioboer, hobbyboer. Kweken van konijnen, kippen, schapen. Schoonzoon Herman, de ideale slachter/beenhouwer en de goede kokkin vrouw Rita om het klaar te maken. Hmm hmm o zo lekker de kippen, konijnen, schapen van Miel. En dan nog zijn vogels, heerlijk zingend in zijn volière buiten of binnen in huis.
Dan had hij ook nog in de Ranierstraat, op zijne “terrain” zoals hij dat noemde, een ezel lopen, samen met wat geitjes, en nog wat kippen. Ezels afgekeken van Albrecht, die ook twee ezels had?
Wat we zeker ook niet mogen vergeten was zijn verzorgde groentetuin, zijn druiven, zijn heerlijke tomaten, gekweekt in een kleine zelf gemaakte serre.
Nog een stiel: bakker. Of toch niet, gewoon opnieuw meehelpende hand bij goede vrienden in Meerbeke. Fantastisch resultaat: de vele lekkere koeken die hij meebracht en vrolijk uitdeelde. Dank u wel Miel voor het mogen mee smullen.
Maar zijn voornaamste eigenschap naast het helpen, was zijn vriendelijkheid, zijn bezorgdheid om zijn vrouw, zijn kinderen, kleinkinderen, zijn buren. Ook na zovele jaren weten mijn ondertussen mijn eigen grote kleinkinderen hoe plezant het was bij Miel. Hoe zij bv. het kleine schaapje de papfles mochten geven, spelen op de remorque van Miel. Vorig jaar nog leerde hij kleine Willem van 3 nog bij manier van spreken lassen, het bewonderen van het spetterend vuur, het rood worden van het ijzer. Bij Miel en Rita, de zoete inval, letterlijk, figuurlijk, vraag het maar aan broer William hoe hij telkens welkom was, onthaald werd met snoep, een pintje.
Och Miel je bent niet meer. Het doet pijn. Maar weet en dat troost ons, je bent er nog steeds. Je bent er nog in al het werk dat je hebt gedaan, in je laswerk, je metswerk, in de zovele dingen die je handen zo mooi, zo professioneel maakten. De geraniums op mijn ramen zullen deze zomer weer bloeien, zich vasthouden aan het mooie zwarte laswerk dat je maakte. Ze zullen juichen om jou, fier zijn om al wat je deed. De schaapjes, de lammetjes in de wei ze zullen blijven springen dansen en wij, wij zullen blijven denken aan jou. Dankbaar. We zullen samen blijven zorgen voor elkaar zoals jij het ons voordeed.
“Onze van Imp, onze Miel uit de Anderenbroek “ , je bent en blijft bij ons tot ooit eens wij, je familie, je buren, je vrienden, tot wij weder samen zijn. Rust zacht.
Haaltert/Denderhoutem, 1 maart 2023
- Details
- Geschreven door Nera Redant