De denker
Ik denk hij denkt ineengehurkt zwaar het hoofd dat meer nog dan Rodin denken moet ver weg het speelse jongetje hollend huppelend blij ondernemend veroverend de wereld. Of is het piekeren bokken kwaad verongelijkt droefnis treurnis filosoferen analyseren woede onmacht radeloosheid? Welke storm in dat brein kinderbrein ongeoefend onervaren welke demonen kwelling? Hoe gebeurtenissen analyseren ordenen oorzaak gevolg verzamelen informatie leggen verbanden ontrafelen begrijpen vinden uitweg antwoord. Ik stond erbij en keek er naar wachtend zoekend woorden stil omzichtig. Hoe stoppen zijn denkende brein d’ innerlijke woedende strijd een dialogerende tornado tussen ik en ik openen zijn zelf gesloten poort weer worden zorgeloosheid vrolijkheid? Geduld schone deugd nabijheid tederheid zachtheid wetende achter zwarte wolken schijnt de zon hem geven een aller grote warme knuffel woordeloos. Denken leerstof voor nadien. |