Of het die eerste
schooldag van het academiejaar 1965 ook regende weet ik
echt niet meer, maar dat is ook niet hetgeen me die
eerste schooldag van het academiejaar 2004, 39 jaar
later opviel en aan het denken zette. Waarom in een
oudstudentenblad een impressie van een eerste schooldag
in 2004? Wel, ik denk dat het niet zo vaak gebeurt dat
een oudstudent(e) na 39 jaar opnieuw op de schoolbanken
mag/moet zitten en dat kan meemaken in de dezelfde
school (nu ja, dezelfde school?) van toen.
Maar toch wil ik u
even laten delen in die ervaring, in die wereld van
verschil, want wees er maar van overtuigd dat daar
levenslang leren nu dringend wordt gepromoot en we allen
veel langer beroepsactief moeten blijven dat dit meer en
meer zal geschieden. Eerst even de situatie kaderen. In
1965 (toen nog Sint-Lieven in de Gildestraat) vatte ik
de studies aan van Technisch Ingenieur Industriële
scheikunde. Ik ben dus in het oud-studentenjargon een
TIS 68. Nu, september 2004 wil ik de post universitaire
opleiding Milieucoördinator in het KAHO Sint-Lieven
volgen. Al moet ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen
dat ik 12 jaar eerder in de tijd van het KIHO ook een
aanvullende cursus Veiligheid niveau 1 volgde. Dat de
Technisch Ingenieur ondertussen en Industriële Ingenieur
is geworden en weldra een Master of Science in de
Industriële wetenschappen en dat de brouwerijschool HTS,
HTI, HI Sint-Lieven via de KIHO en nu KAHO ook een
andere hogeschool is geworden hoef ik u zeker en vast
niet meer te vertellen.
Verschil 1: de weg
naar en van. In 1965, ik was net geen 18 en kon dus
helemaal niet auto rijden. Zelfs indien ik 18 zou zijn
geweest zou ik het niet gekund hebben. Wij hadden toen
thuis nog geen auto, laat staan dat ik er eentje voor
mezelf zou hebben gehad. Toen een normale situatie voor
een doorsnee gezin en student. De trein was hét
vervoermiddel voor de studenten uit de provincie. En nu?
Het complex van vele gebouwen die de campus rijk is
omvat haast evenveel parkings voor al die auto’s van die
“arme” studenten en proffen. Of er toen een fileprobleem
was? Weet ik niet, maar zal wel niet. Bestond het woord
toen al? Trouwens geen haar op mijn hoofd dat er nu aan
dacht om met de trein te gaan, tot nu na die eerste
lesdag in 2004. Wonende op 3 km van de E40 te Aalst,
deed ik er welgeteld 15 minuten over om op die begeerde
snelweg te geraken. Dan 15 minuten vlot tot aan de afrit
naar Gent, maar wel met verbijstering kijkend naar de
volledig verzadigde snelweg in de tegenovergestelde
richting naar Brussel. En dan vandaar 25 minuten door ‘t
stad om op de gelukkig gereserveerde en kosteloze
schoolparking te kunnen uitstappen. Mijn besluit klinkt
dan ook als volgt: misschien duurt de combinatie
trein-tram even lang, maar dan zal ik minstens een
stukje krant hebben gelezen, geen kramp in mijn been
hebben van de ontkoppelingspedaal in te drukken en
minder kans op een kop-staart of andere botsing gehad
hebben. De prijs? Als de autotaks nu nog verhoogt,
gezien deze naar het schijnt te laag is en de
benzineprijs idem dito...
Verschil 2: kledij en
meisjes. Mode wijzigt, ok. Maar opvallend toch, geen
enkele rok te bespeuren. Het vrouwelijke segment is
compleet gebroekt. Maar ook de regel die in de jaren
zestig zei ” meisjes op de eerste rij”, geen kat die
daar nog zou aan denken. Wat wel overeind bleef is de
lage aanwezigheid van vrouwelijke studenten in deze
soort
technische/scheikundige/industriële/ingenieursopleiding.
En dit ondanks de ondertussen voltrokken
emancipatiegolf. Oorzaak? Reden? Oplossing?
Verschil 3: PC en
PPT. Een bord met krijt stond nog vooraan te pronken en
banken en een lessenaar ook. Maar in 1965 PC en de
alomtegenwoordige Power Point om de leerstof te
projecteren? Ooit gefantaseerd dat zoiets zou bestaan?
Zelfs de slides en de overheadprojector zijn nu al
archaïsch te noemen. En dan Internet, Website? De
leerstof thuis downloaden? Examenvragen vanop je
bureaustoel thuis of op het bedrijf of van gelijk waar
bespreken, ogenblikkelijk via mail, de lessenroosters
opvragen, wereldwijde documentatie en wetteksten
raadplegen enz.? In de refter, laptop’s naast de boeken
en schriften? Laptop in 1965? Onvoorstelbaar dat zoiets
zou kunnen bestaan. Een klein valiesje op de eettafel
waarmee je, draadloos (zonder elektriciteitsstekker en
straks zelfs overal zonder fysische kabelaansluiting)
wereldwijd miljoenen blz. kennis kunt raadplegen,
teksten schrijven, communiceren, bewaren, oproepen,
enz., enz.?
Verschil 4: Relatie
prof-student. Een aanvullende vorming heeft natuurlijk
een minder jong, studentikoos publiek en omvat meer
mensen met een groot stuk bedrijfservaring. Ook de
lesgevers staan meer in de dagelijkse realiteit van de
bedrijfswereld, maar de communicatie, de verhouding
lesgever-lesontvanger is toch minder afstandelijk en
neerbuigend dan toen. Via de moderne
communicatietechnologie kregen we bijna van iedere prof
een live foto op het scherm te zien
(cinemavoorstelling!). Een beoordelingsformulier voor
iedere les en prof, met aandrang in te vullen door de
studenten. Democratie met als doel kwaliteitsonderwijs.
Ooit in 1965 van IKZ gehoord?
Verschil 5: eten
(drinken) en roken. In Sint-Lieven was er voor de
mannelijke inwonende studenten de mogelijkheid om warm
gekookt eten te verkrijgen, klaar gemaakt door één
enkele dame, voor velen onder u die er ooit zelf
studeerden, zeer bekend, ons aller “Irene”. Nu zie ik
daar een gans leger in het wit uitgedoste personen, met
geweven netje op hun hoofd achter immens groot blinkende
inox kookfornuizen staan. Een keuze aan koude slaatjes
en broodjes, pasta’s en exotische gerechten voor de
aanschuivende studenten zodat kiezen een ganse karwei
wordt. Niet langer betalen in onze nationale munt, maar
met een munt die in een groot stuk van Europa geldig is,
wereldwijd aanvaard wordt en zelfs meer waard is dan de
Amerikaanse dollar. Ondertussen is roken totaal verboden
want de ganse inrichting is rookvrij gedeclameerd.
Drinken, ja de aankondigingen voor studentenfuiven, met
gratis vaten bier, die hangen nog aan de muur.
Drankautomaten zijn er ook, maar terzelfdertijd ook een
drinkwaterfonteintje waar je gratis gekoeld leidingwater
kunt drinken. Gezondheid, zo maar, al lijkt het weinig
succes te hebben.
Verschil 6:
bereikbaarheid. Lopen de studenten nu met een laptop
rond, opvallender nog is dat kleine soms rinkelde doosje
dat o zo dikwijls tegen hun oor wordt gehouden. Ja u
weet wel wat ik bedoel. Een draadloze wandelende
privé-telefoon 39 jaar geleden? Ja, als het goed ging
gaan bellen in een “kotje” op straat of op het
secretariaat in dringende gevallen. En dan kan dat ding
nog geschreven boodschappen sturen ook. Zo maar een
brief versturen binnen de seconde bijna. En foto’s nemen
en muziekdeuntjes naar keuze spelen, en wekker zijn, het
weerbericht geven, de voetbaluitslagen geven, agenda
zijn en ja ook op dat internetsysteem...
Verschil 7:
veiligheid. Hoe toen de brandveiligheid was weet ik
niet. Besteedde er waarschijnlijk weinig aandacht aan.
Was ook geen (belangrijk) thema toen. Veiligheid,
gezondheid, welzijn, milieu? Nu overal
signalisatiepictogrammen, noodverlichting,
brandbestrijdingsmiddelen, branddeuren, nooduitgangen,
aanbevelingen voor het sorteren van afval,
milieuboodschappen, afvalcontainers.
Verschil 8: onthaal,
overtuiging. Een uitgebreid onthaal wordt ons aangeboden
waarbij in kleurrijke info-brochures het reilen en
zeilen van de hogeschool wordt toegelicht, met een heuse
rondleiding in de gebouwen en kennismaking met de
medestudenten en het betrokken administratief personeel.
Een misviering is er niet meer bij (misschien wel voor
de échte studenten en niet voor het toch wel ander
publiek van de aanvullende opleidingen), maar bij de
rondgang merk ik toch nog een infohoekje op inzake het
pastoraal gebeuren.
Verschil 9:
kleurrijke samenleving. Dat we steeds meer en meer te
maken krijgen met een multiculturele bevolking merk ik
ook hier op: het zijn niet allemaal “bleekhuiden” die ik
hier ontmoet. Ik herinner me geen enkele “niet-Vlaming”
uit de tijd van toen.
Verschil 10:
studentenvariëteit. Ja, vroeger behoorde je tot de
studentenbevolking of tot de werkende bevolking. Nu ben
je verplicht levenslang te studeren en ook heb je liefst
meerdere diploma’s op zak. Gevolg: allerhande
leeftijden, soorten statuten en mensen samen in de
cursus. Naast studenten zonder enige werkervaring,
mensen die al jaren hun boterham verdienen, al of niet
bij verschillende opeenvolgende firma’s, vaders en
moeders met jonge kinderen, met tieners, met het
lege-nest-syndroom, moeders (of vaders) in
loopbaanonderbreking of in een sabbatjaar, mensen met
opleidingscheques, mensen die bijna pensioengerechtigd
zijn, die bijna of al grootouder zijn, met of zonder
partner, al of niet gescheiden of samenwonend, mensen
uit privé-bedrijven of uit de openbare sector. Kortom
een waaier aan variëteiten en situaties.
Zo, dat waren enkele
impressies vanop die, na 39 jaar, nieuwe eerste
schooldag. Impressies die aantonen hoe snel de wereld
gewijzigd is en nog steeds wijzigen zal. Maar in mijn
vroegere lessen biologie leerde ik en ook uit de
ervaring van mijn 57 jaar, dat het enorme
aanpassingsvermogen van de menselijke soort zijn
grootste troef is. Hopelijk helpt het ons ook om niet
alleen te overleven, maar ook om het leven een stukje
aangenaam te maken en dit (aangename) leven door te
geven aan al diegenen die na ons de schoolbanken zullen
bevolken op welke wijze en in welk instituut dit ook
moge wezen.
PS: ondertussen is
die eerste schooldag + 39 ook al een hele tijd geleden,
is zelfs al meer dan een halve eeuw geleden, meer
geworden dan + 50 en het gaat maar door, dag na dag,
jaar na jaar…En het onderwijslandschap en de samenleving
nog grondiger veranderd dan een mens ooit had durven
denken, ooit kon vermoeden. Internationalisering,
globalisering, migratie. Europa dat op zijn grondvesten
davert en zoekt naar zijn wortels, zijn essentiële nooit
te loochenen waarden, normen, geschiedenis, toekomst…
Maar we blijven de jaren tellen en hopen op nog vele
(goede, voorspoedige) jaren, voor onszelf maar vooral
voor onze kinderen, kleinkinderen.